Welkom op Gender Disappointment

Ben of ken jij iemand die teleurgesteld is over het geslacht van een (ongeboren) baby? Op deze website kun je informatie en tips vinden over hoe zo goed mogelijk met dit lastige gevoel om te gaan. 

 

Wanneer er een baby op komst is, krijgen ouders vaak de vraag: ‘Weten jullie al wat het is?’ Ouders antwoorden dan vaak: ‘Het maakt ons niet uit, als het maar gezond is.’ Maar voor veel ouders maakt het wel degelijk uit of hun kindje een jongen of een meisje zal zijn, al durft lang niet iedereen dat toe te geven. Dit betekent dat er veel ouders zijn die toch wat teleurgesteld zijn als ze het geslacht van hun kindje te weten komen, en het is niet wat ze gehoopt hadden. De mate waarin mensen teleurstelling voelen, varieert enorm: de één baalt een dag en kan zich er daarna overheen zetten, een ander voelt zich maandenlang ellendig en heeft geen idee hoe nog van de zwangerschap te genieten. 

 

Dit gevoel van teleurstelling noemt men ‘gender disappointment’. Letterlijk vertaalt is dat: gender teleurstelling, maar dat is niet helemaal correct. Gender duidt immers meer op dingen als gedrag en identiteit (je gevoel een man te zijn, een vrouw of iets ertussenin) en daarvan is bij een ongeboren kind nog geen sprake. Maar geslachtsteleurstelling zou in het Engels zijn: ‘sex disappointment’ en dat geeft ook weer verwarring. Daarom spreekt men in het Engels van gender disappointment. Wij zouden willen pleiten voor de meer correcte en Nederlandse term ‘geslachtsteleurstelling’ en zullen deze dan ook in het vervolg van deze website gebruiken. Maar omdat vooralsnog de term ‘gender disappointment’ ook in Nederland meer gangbaar is, hebben we de website deze naam gegeven, zodat we makkelijker vindbaar zijn. 

 

Veel ouders krijgen in meer of mindere mate te maken met geslachtsteleurstelling. Toch is het in onze samenleving taboe: je hoort nu eenmaal even blij te zijn met een jongen als met een meisje. Als je durft opbiechten dat je teleurgesteld bent over het geslacht van je kindje, loop je het risico om felle kritiek over je heen te krijgen. Veel ouders durven er dan ook niet of weinig over te praten. Dat is jammer, want juist door over je teleurstelling te praten, voel je je minder alleen en wordt het gemakkelijker om er op een goede manier mee om te gaan. 

 

Geslachtsteleurstelling is qua ernst van het verdriet niet te vergelijken met bijvoorbeeld het verlies van een kindje of helemaal geen kinderen kunnen krijgen. Maar dat neemt niet weg dat het intens verdrietig kan voelen als je verlangen naar een zoon of dochter onvervuld blijft, en dat het voor sommige ouders lastig is om er goed mee om te gaan. Er openhartig over kunnen praten, helpt dan om het in perspectief te zien en je gesteund te voelen. Het hoofddoel van deze website is dan ook: geslachtsteleurstelling bespreekbaar maken.

Persoonlijke verhalen

Moeder van 3 zoons

Ik heb altijd gedacht dat ik moeder van een meisje zou worden. Toen mijn tweede kind ook een jongen was vond ik dat vooral erg leuk voor mijn oudste. Mijn man en ik hoopten drie kinderen te krijgen, dus ik had nog kans op een dochter. Mijn derde zwangerschap eindigde in een miskraam en daarna duurde het een tijd voordat ik opnieuw zwanger raakte. Het geslacht van het derde kind kwam toen meer op de achtergrond.

Toen ik uiteindelijk toch zwanger raakte was ik vooral heel erg dankbaar dat het ons nog een keer gegund was. Tegen de tijd dat de 20 weken echo in de buurt kwam merkte ik dat ik toch wel hoopte en rekende op een meisje. Ook mijn omgeving noemde regelmatig hoe leuk het zou zijn als onze derde een meisje zou worden. Tijdens de echo was een gezond jongetje te zien.

Op dat moment realiseerde ik me dat ik nooit zou weten hoe het is om een dochter te hebben. Ik hoorde heel blij te zijn met het gezonde kind in mijn buik, maar was vooral heel verdrietig en boos dat er nooit een meisje zou komen. Ik schaamde me hier zo voor dat ik er met niemand over durfde te praten, behalve met mijn man. Hoe kon ik me nu zo voelen terwijl er mensen in mijn omgeving moeilijk zwanger konden raken of een kind verloren hadden? Wat zouden anderen wel niet van mij vinden als ik ze zou vertellen hoe ik me voelde? Misschien zouden ze me een slechte moeder of een slecht mens vinden of erger nog, medelijden met me hebben.

In het weekend dat volgde op de echo voelde ik me zo slecht dat ik uiteindelijk de verloskundige heb gebeld. Ik herkende mezelf niet meer, ik was niet meer trots en blij met mijn zwangerschap. Eigenlijk wilde ik alleen nog maar dat dit stopte en dacht ik zelfs aan een abortus of miskraam. Tegelijkertijd raakte ik in paniek over deze gedachten, maar óók over de gedachte om de zwangerschap te moeten uitdragen. Ik worstelde met vragen als  'wat zegt het over mij dat ik geen dochter kan krijgen', 'ben ik dan zo'n waardeloze moeder', waarom zij wel en ik niet' en 'wie had ik er kwaad mee gedaan om na twee jongens ook een meisje te mogen krijgen'? 

Ondanks mijn schaamte deed ik mijn verhaal aan de verloskundige, wat was het fijn om er met een buitenstaander over te kunnen praten! Zij reageerde heel rustig en begripvol en liet me mijn verhaal doen Ze adviseerde me om iemand in mijn omgeving in vertrouwen te nemen en heeft in de week daarna nog een aantal keer contact met me opgenomen.  

Ik realiseerde me dat, ondanks al mijn donkere gevoelens, ik wel zou kunnen houden van het kind dat ik droeg. Dat wat ik voelde stond ergens los van mijn baby, het was míjn verdriet om iets wat nooit zou zijn. Desondanks vond ik het moeilijk om me weer toe te leggen op het uitkiezen van een jongensnaam en was ook kleertjes kopen confronterend. De ene dag ging beter dan de andere, maar ik heb veel moeilijke momenten gehad in de zwangerschap. Daarover heb ik me heel schuldig gevoeld, wat zou het effect hiervan zijn op mijn kind? 

Het bleef voor mij moeilijk om over mijn gevoelens te praten met mijn omgeving, als ik dit wel had gedaan had ik het mezelf waarschijnlijk een stuk makkelijker gemaakt. Dan hadden ze mij kunnen steunen en waren bepaalde vragen of opmerkingen waarschijnlijk niet aan mij gesteld.

Toen de baby eenmaal was geboren zat het qua gevoel meteen goed. Dit kind is me net zo dierbaar als mijn oudste twee, maar wanneer er bij anderen een meisje wordt verwacht of geboren vind ik het nog altijd verdrietig dat dit in ons gezin mist. De pijn die ik in het begin voelde is zachter geworden, maar het blijft een gevoelige plek die voor altijd bij mij hoort.   

Moeder van 2 puberzoons

Tijdens mijn zwangerschappen wist ik niet het geslacht van mijn baby's. Ik heb me vooral heel schuldig gevoeld toen mijn oudste zoon werd geboren. Eén van mijn eerste gedachten was toen ' oh, geen meisje' en ik voelde me daar teleurgesteld over. Ik heb heel lang last van dit schuldgevoel gehad.

Ik merk dat ik het nog steeds pijnlijk en moeilijk vind als vrouwen vertellen dat het zo anders is met een dochter. Dat zal ik dus nooit voelen. Op die momenten heb ik de neiging om mensen te zeggen dat ze niet moeten overdrijven, dat je met jongens ook een speciale band kunt hebben en dat dat meer in het karakter van het kind zit dan in het geslacht. Maar ondertussen voel ik de pijn  van het nooit mogen ervaren wat een dochter in huis brengt.

Onze maatschappij/omgeving beïnvloed mijns inziens hoe we tegen het geslacht van onze kinderen aankijken en draagt bij aan de impact die het heeft op ons gevoel. Er zijn veel vooroordelen over hoe de relatie met een zoon of dochter moet zijn. Ik vond het heel akelig als mensen mij zeiden dat ik mijn zoon later kwijt zou raken aan zijn schoonfamilie.

Uiteindelijk ben ik heel blij met de directheid van mijn jongens en hoe goed ze het doen. Ik voel me heel rijk met mijn twee prachtige zonen, maar de momenten dat ik verdrietig of teleurgesteld ben over het niet hebben van een dochter zijn er ook. En dat heeft niets te maken met het niet blij zijn met mijn jongens.

Moeder van 4 meisjes

Ik kom uit een gezin met maar liefst 4 dochters. Echt zo'n meidengezin vol roze frummeltjes, Barbies en hoge stemmetjes. Mijn zussen hadden het heel gezellig met elkaar, maar ik voelde me nooit echt thuis tussen hen. Dat getut met nagellak was niets voor mij. Ik speelde veel liever met mijn buurjongens. Die hadden tenminste avonturen: bomen klimmen, fikkie stoken, kattenkwaad uithalen... Mijn moeder begreep al gauw dat ze mij beter een stevige spijkerbroek kon aandoen in plaats van een schattig jurkje.

Toen ik op een leeftijd kwam dat ik over kinderen begon na te denken, stelde ik mezelf altijd voor als een jongensmoeder. Lekker die dingen die ik als kind zo leuk vond nog eens overdoen met mijn kleine wildebras. Mijn man deelde mijn droom volledig. In zijn familie bestaat al generaties lang de de traditie dat elke oudste zoon Hendrik Jan wordt genoemd, en dan zijn zoon Jan Hendrik, en zijn zoon Hendrik Jan enzovoorts. De lijn van oudste zonen was al een hele tijd niet doorbroken door een dochter. Natuurlijk wist ik wel dat niemand het mij persoonlijk zou kwalijk nemen als er een dochter zou komen, maar toch: het was duidelijk waar iedereen op hoopte. Mijn schoonouders beloofden ons een seizoenskaart voor Ajax, als de kleine wat ouder zou zijn.

Omdat ik mezelf nooit anders had voorgesteld dan als jongensmoeder, kon ik me gewoon niet voorstellen dat er een meisje in mijn buik zou kunnen zitten. Maar dat bleek bij de 20-weken echo dus toch wel het geval. Wat me heet meest bijblijft, is die eerste blik van mijn man toen de echoscopist het zei. Hij herstelde zich meteen en riep net iets te hard: 'O, wat geweldig, een dochter!'Maar die allereerste blik.... Hij is er nooit meer op teruggekomen, op dat we allebei liever een zoon hadden gewild. Eigenlijk zou ik hebben gewild dat hij dat wel deed, dat hij misschien gewoon eens flink boos werd. Nu bleef het de hele zwangerschap tussen ons inhangen.





Ineke en Jurgen, ouders van 7 jongens

Mijn man en ik wilden graag jong ouders worden en het liefst wilden we een groot gezin. Wij hadden nooit gedacht dat ons gezin alleen maar uit jongens zou bestaan. We hebben nu 7 jongens rondlopens en 2 jongens in ons hart (dit was een tweeling die te vroeg geboren is en kort na de geboorte zijn beide kindjes overleden). Daarnaast hebben we ook nog 9 miskramen gehad.

Bij de geboorte van onze oudste overheerste er blijdschap, alles was goed zo lang ons kindje maar gezond was. Mijn man had tijdens de zwangerschap wel de voorkeur voor een meisje, maar hij kon zich heel makkelijk neerleggen bij het geslacht van onze oudste. Dit omdat hij, net als ik, dacht dat we waarschijnlijk in de toekomst nog wel een meisje zouden krijgen. Ook bij onze 2e en 3e waren we blij. Bij de 4e zwangerschap, van de tweeling, waren we wel erg verbaasd. Wéér jongens, dat kon toch niet waar zijn?! Wel dachten we 'het komt nog goed met onze wens voor een meisje, we willen nog meer kinderen'. Toen ons 4e zoontje werd geboren waren we daar superblij mee, onze tweeling hadden we verloren.

De volgende zwangerschap was psychisch zwaarder omdat we zo graag een dochter wilden. Ik had geen zin om de babyspulletjes klaar te zetten, we hadden genoeg van 'blauw en broeken'. Onze kinderen gingen ook om een zusje vragen, dan brak ons hart. Wij als ouders waren niet de enigen die graag een meisje wilden toevoegen aan ons gezin, ook de jongens verlangden naar een zusje.

Vanaf dat moment begon onze omgeving ook steeds meer druk uit te oefenen, we kregen steeds vaker reacties als: 'jullie gaan zeker door tot jullie een meisje hebben' of 'een meisje is toch anders dan jongen, wij zijn blij dat we beide geslachten in ons gezin hebben.' Wanneer wij dan aangaven dat we inderdaad heel graag een dochter zouden willen kregen we vaak te maken met protest. Mensen kunnen zich moeilijk inleven.

Ons 6e kind werd weer een jongen, een van onze zoons heeft toen zelfs aan de gyneacoloog gevraagd of hij er geen meisje van kon maken, een ander vroeg of we geen zusje in de winkel konden kopen omdat papa er geen een kan maken. 'Ik wil het zo graag mama, we zijn al met zo veel jongens'.

Tijdens de zwangerschap van ons 7e zoon had ik het erg moeilijk, mijn lichaam was uitgeput van al dis zwangerschappen en bevallingen en ik besefte me dat dit de laatste keer zou zijn. Daarmee kwam er nog meer druk te staan op wat het geslacht van de baby zou zijn. Ik had me voorgenomen dat als bij de geslachtsbepaling zou blijken dat dit weer een jongen was, ik voor abortus zou kiezen. Want de wil om een meisje te krijgen is enorm. Toch kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om daadwerkelijk voor een abortus te kiezen, ik kreeg er nachtmerries van. Als ik hem nu zie ben ik blij dat we het niet gedaan hebben, het is zo'n lieve deugniet. We houden heel veel van al onze jongens en zouden niet zonder ze kunnen maar het gemis van een dochter blijft.

Ik kan niet buiten komen zonder verdrietig te zijn om het gemis, je ziet overal roze en jurkjes. Dus ik sluit me steeds meer thuis op en ontwijk zo veel mogelijk de mensen met dochters. Huilen doe ik als ik thuis ben en me even af kan zonderen. Ook voor mijn man is het moeilijk, mensen drijven er de spot mee ' als we een jongen willen komen we naar jou, jij kunt alleen maar jongens maken'.

Ik ben nu tegen de meeste mensen heel eerlijk over het gemis dat we voelen in ons gezin en ik ervaar nu ook meer steun uit onze omgeving. Jammer genoeg blijft dit onderwerp toch een taboe, wij weten inmiddels dat we niet de enigen zijn. Omdat wij zo'n opvallend jongensgezin hebben komen veel mensen met hun vragen en gevoelens op ons af. Dat geeft steun. We weten daardoor ook dat dit niet alleen iets is van deze tijd, maar dat er vroeger ook mensen teleurgesteld waren over het geslacht van hun kind.

Wij zouden heel graag zien dat embryoselectie wordt toegestaan, bijvoorbeeld voor mensen die al 3 of 4 kinderen van hetzelfde geslacht hebben. Wij vinden dat een betere optie dan dat er een abortus wordt gepleegd als het kind niet het gewenste geslacht heeft.